Bijbel

In het vaderlijk huis

02 juillet 2019

Deze zomer behandelen wij, op zondagen, het Lukasevangelie en door de weeks het Mattheüsevangelie. Lukas is de evangelist van de kleinen, de eenvoudigen (herders, weduwen, gewonden, verloren zoon…). Zijn evangelie hecht veel waarde aan het Koninkrijk van God en aan de manier waarop Zijn kinderen onderling leven.

In Lukas 11 stellen de discipelen de vraag: “Hoe kan ik met God in contact komen?” Jezus geeft hen een antwoord. Maar in tegenstelling tot andere religieuze onderwijzingen beschrijft Hij niet de bijzondere lichamelijke positie die nodig is om te bidden. Het gaat Hem ook niet om een bepaalde omgeving, een harmonieuze sfeer of een mystiek ritueel. Hij toont aan Zijn discipelen de inhoud van een gesprek met God. Hij begint met Hem aan te roepen: Vader. De paralleltekst van Mattheüs zegt zelfs Onze Vader. Dat is een hele speciale manier om de verhouding met God te benoemen: een familieband, een ouder-kindrelatie. God als vader beschouwen betekent dat we geen werkgever-werknemerrelatie met Hem hebben of straatgesprekken met Hem voeren.

 

Familiecultuur

We worden dus in een huiselijk kader geplaatst, met een familieleven. Het familieleven is niet gemakkelijk, dat weten we maar al te goed sinds onze kinderjaren. Er zijn geluksmomenten, maar ook spanningen, zorgen, crisismomenten, broers en zussen die we niet hebben gekozen, apathische en onstuimige pubers. Verder zijn er de familietrekken die we terugvinden in de karakters van broers en zussen, een gemeenschappelijke cultuur.

 

“Het is middernacht en iemand klopt aan de deur”. Jezus verandert Zijn toon om de vraag van de discipelen in het dagelijks leven in te bedden. In Zijn onderwijs over het gebed neemt Hij een geschiedenis van een vriend op, die zich midden in de nacht door een reiziger laat storen en die volledig vertrouwt op de solidariteit van een derde vriend.

 

Wie van u heeft een vriend?

Zo begint Jezus de gelijkenis van de drie vrienden. Heeft u een vriend die zich rond middernacht zou laten lastig vallen? In feite houdt God zich schuil en openbaart Hij zich in alle drie vrienden: Hij klopt aan de deur, Hij opent de deur, en Hij geeft het brood. Dat doet denken aan een Bijbelgedeelte van Openbaringen 3: “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnengaan en Ik zal het avondmaal met hem delen en hij met Mij”. God kan zich bekend maken in de hoedanigheid van alle drie vrienden. Dat betekent dat ook de mens zich in de situatie van alle drie vrienden kan bevinden. Het is daarom dringend nodig om de afhankelijkheid tussen mensen onderling en tussen God en mens te erkennen. Het gaat erom zichzelf en zijn situatie, zijn vrees, zijn moeheid, en de donkerheid die ons omringt niet langer als middelpunt te beschouwen, maar de broederlijke saamhorigheid aan te durven.

 

De sleutel van het huis

Onze identiteit als kinderen van God rust niet alleen maar op onze omgang met Hem. Ze is verbonden met ons relationeel vermogen om met andere personen in contact te zijn, en in het bijzonder met degenen die onze hulp en ons respect nodig hebben. Als we het Onze Vader bidden, zeggen we niet zomaar enkele op catechisatie uit het hoofd geleerde regels op. Het is de sleutel van het vaderlijk huis, die ons de toegang geeft tot een bijzondere familiecultuur. Deze cultuur roept op om een hechte, geduldige en behulpzame familie te vormen.

Corinne Akli
Predikante in de Provence

Commentaires